Misschien ken je het wel, van die leuke gesprekken die spontaan ontstaan. Zo hadden wij er laatst ook eentje, onderweg in de auto (stiekem houden we daarom van onze autoritjes). Deze keer ging het over hoe je een trainingsmethodiek op de juiste manier kan gebruiken. Dus voor alle trainers, sprekers, of wanneer je geïnteresseerd bent in hoe wij in onze trainingen te werk gaan; this is for you :).
Deze trainingsmethodiek is de beste. Echt.
We hadden het over de verschillende trainingsmethodieken die gebruikt worden in trainingen. Denk hierbij aan interactieve werkvormen, het 4mat, kenniscafé, om er een paar te noemen. Wanneer staat deze werkvorm centraal ter ondersteuning van de leerdoelen en wanneer lijkt de werkvorm een doel op zich te worden?
Wanneer je als trainer zeer sterk vasthoudt aan de werkvormen of methodieken die je gebruikt, ‘het moet op deze manier want die is het beste’, juist dan is het goed om je wijze van trainen eens goed onder de loep te nemen.
Voor je het weet stel je uit routine of overtuiging één bepaalde werkvorm of methodiek centraal. En trainen vanuit rotsvaste patronen, dat werkt vaker tegen je dan voor je. Dit zien wij om ons heen helaas toch te vaak gebeuren, vanuit enthousiasme voor een bepaalde methodiek. Deze enthousiasme kan al gauw een te nauw harnas worden die jouw impact, vrijheid en inspirerende kracht als trainer of spreker beperken. En dat is doodzonde! Hoe dan wel? Door een integraal perspectief van trainen in te nemen.
Trainen aan de hand van leerstijlen: zinvol of niet?
Laten we eens kijken naar een paar van deze verschillende trainingsmethodieken. Zo is bijvoorbeeld het 4mat gestoeld op het principe van verschillende leerstijlen, waarbij in de gehele training de vier verschillende leerstijlen die David A. Kolb benoemd worden bediend. Dit is ondanks dat men in de wetenschap nog niet uit is over het bestaan van deze leerstijlen: Bestaan ze eigenlijk wel, zo ja welke zijn er, hoe kan je ze het beste testen, doet het classificeren in deze ‘hokjes’ recht aan het individu dat voor je zit? Als vertrekpunt kan je hier meer over lezen in dit artikel.
Waarom wij het 4mat wél gebruiken
Wij zijn bekend met het werken met het 4mat, en los van het wel of niet bestaan van verschillende leerstijlen kiezen wij ervoor om wel dit 4mat als leidraad te gebruiken. Waarom? Omdat het jou als trainer wel een handige structuur geeft waarin je motivatie kan opwekken, kennis deelt, de deelnemers lekker laat oefenen en het toepassen van vaardigheden bespreekt. Dit zijn hele belangrijke elementen om een goede leeromgeving te creëren, en staat helemaal los van leerstijlen. Als je het mij vraagt, zijn het deze elementen de reden waarom veel mensen zo enthousiast zijn over dit 4mat. En terecht! Het maakt dat dit 4mat zo lekker en gestructureerd werkt. Zo is het bijvoorbeeld super belangrijk om mensen eerst goed te motiveren voordat je aan de slag gaat. Dit bepaalt namelijk in grote mate of je de deelnemers op het puntje van hun stoel hebt wanneer je ze iets wil leren. Motivatie is dus hét begin, essentieel! En hoe mooi is het om mensen te motiveren vanuit vuur, passie, of door ze te raken met een persoonlijk verhaal? Dan komt je boodschap echt binnen en maak je de weg vrij voor de rest.
De kracht van af durven wijken van je programma
Om vanuit het concept van leerstijlen vast te houden aan het 4mat, dat lijkt ons niet het beste uitgangspunt. De leerstijlen staan hiervoor simpelweg te veel ter discussie. Maar om dit 4mat te gebruiken als structuur voor je trainingsprogramma, is wel heel effectief. Key hierbij is simpelweg: stem je af op de individuele behoeften van de cursisten voor je, hou leiding over jouw programma en jouw plannen, maar durf ook lekker van je programma af te wijken wanneer je ziet dat er in de groep op dat moment iets heel belangrijks opkomt. Zo hebben wij laatst in een communicatie training een prachtig onderdeel wat niet op het programma stond ingelast. Het resultaat: super enthousiaste deelnemers die naar huis gaan met handvatten die echt aansluiten bij hun leervraag. Deelnemers die stil worden, onder de indruk zijn. En op andere momenten druk met elkaar en ons het gesprek aan gaan om echt tot in de haarvaten te begrijpen en voelen waar het echt om gaat. Deelnemers met letterlijk kippenvel over hun hele lijf.
En dat is wat je wil. Hielden we ons hiermee aan de werkvorm van het 4mat of ons programma? Nee. Hadden we de mensen op het puntje van hun stoel? Ja. Een van de deelnemers greep daarna speciaal nog terug op dit onderdeel: ‘Hier heb ik zó enorm veel aan, dit is echt wat ik nodig had’. En daar doe je het als trainer voor.
De knappe koppen bij elkaar: interactieve werkvormen
Het streven van interactieve werkvormen is om deelnemers zoveel mogelijk met elkaar aan de slag te laten gaan en samen tot een oplossing te komen in plaats van het ‘ouderwets’ over te dragen. Het leren in een sociale context en interactie, is heel bevorderlijk voor de kwaliteit van leren. Door bijvoorbeeld met elkaar in discussie te gaan, te brainstormen, elkaar te begeleiden en feedback te geven etcetera. Dit gegeven is als eerst door Lev Vygotsky grootschalig onder de aandacht gebracht, als tegenhanger voor de cognitieve focus op leren. Mensen zijn ervoor gemaakt om te leren van en met anderen. Leren met elkaar kan dus fantastisch goed uitpakken, zoals in een interactieve werkvorm.
Daarnaast is het gezamenlijk tot een oplossing komen een mooi streven als je kijkt dat door het actief bezig gaan met de kennis en vaardigheden ervoor zorgt dat je hersenen flink aan het werk worden gezet. Met als resultaat betere en meer neurologische verbindingen tussen je nieuwe vaardigheden en kennis en je oude. Ofwel, je bereikt een diepere vorm van leren die beter blijft hangen. En dat is wat je wil bereiken als trainer! Je wil niet dat dat wat jij overdraagt een beetje blijft hangen, zoals Frans op de middelbare school 30 jaar geleden. Je wil dat het hun wereld op zijn kop zet en ze echt dagelijkse verandering voelen! Daarvoor is diep leren essentieel. De verschillende niveau’s van oppervlakkig en diep leren en hoe je deze kan aanspreken zijn goed uiteen gezet in de Taxonomie van Bloom in 1956, destijds baanbrekend en nog steeds van kracht. Als je deze verschillende niveau’s slim weet in te zetten, dan verbetert dit echt de impact van je training.
De kers op de taart van je training
Wanneer je dan als kers op de taart in deze interactieve werkvorm ook nog de echte praktijk meer nabootst, geeft dit in ieder geval de hoop dat we de geleerde vaardigheden ook makkelijker in onze eigen setting kunnen toepassen. Want hoe meer de werkwijze van het leren lijkt op de setting waarin je het gaat toepassen, hoe beter (in vaktermen; je hebt een betere transfer van kennis en vaardigheden). In veel gevallen levert dit dus meer op dan wanneer je kennis uit een boekje haalt of alleen een bepaalde, abstracte oefening doet en het daarbij laat. En die transfer is natuurlijk wat we willen, anders had je net zo goed niet de training kunnen geven. En dat is een pijnlijke gedachte als trainer, ouch!
Het verschil tussen trainen en theeleuten
Er is wel een catch bij trainen met een interactieve werkvorm. Bij een interactieve werkvorm is het extra belangrijk dat je als trainer de deelnemers goed kan begeleiden en ook een werkvorm creëert die daadwerkelijk het leren naar een hoger plan tilt. En dat krijgt helaas niet elke trainer zomaar voor elkaar. Interactief werken is niet hetzelfde als simpelweg mensen samen aan de slag laten gaan. De variaties hierin zijn eindeloos, en de kwaliteit hangt enorm af van jouw begeleiding en jouw precieze werkvorm. En helaas is deze kwaliteit bij lang niet alle trainers die deze werkvorm gebruiken zo goed als het zou kunnen zijn. Dit is zonde, want wanneer je het goed doet dan is de interactieve methode ontzettend effectief! Training geven met een interactieve werkvorm vraagt dus een bepaald niveau aan vaardigheden wil je verder komen dan het niveau van gezamenlijk wat inspiratie en ideeën opdoen onder het genot van een kopje koffie.
Op het puntje van de stoel
Wat je wil als trainer is dat het radertje in de mind van je deelnemers razendsnel gaan draaien, zodat die hersenen keihard aan de slag gaan en alles integreren met hun reeds bestaande kennis. Je hebt ze in een mindset te krijgen waarbij ze denken “I have to know and master this!”. Dat ze op het puntje van hun stoel zitten! En dat kan op allerlei manieren.
Wij zijn er heel erg voorstander van om met verschillende trainingsmethodieken aan de slag te gaan die ondersteunend zijn aan het leerdoel. Zoals het 4mat, interactieve werkvormen, integratiemethodieken, etcetera.
Het verboden ‘Z-woord’
En als laatste is er nog een andere manier die los staat van de vele trainingsmethodieken. Namelijk keihard zenden en alle inspiratie en vuur die je in je hebt als trainer eruit knallen.
Een beetje omstreden in trainersland is het, zenden. Ofwel, wanneer je alleen maar als trainer aan het woord bent en de deelnemers alleen maar achterover hoeven te leunen om jou aan te horen. We kennen allemaal wel het voorbeeld van die trainer dusdanig aan het zenden is dat je liever met pasen de IKEA induikt. Oftewel, dat is een nachtmerrie! Stel je eens voor dat je op deze manier een managementtool krijgt uitgelegd door een trainer die op zijn stoel blijft zitten, monotoom praat en zo nu en dan een glazige blik de groep in werpt. Dat is allesbehalve inspirerend. Sterker nog, je moet dan erg je best doen om er iets van op te steken. Maar zenden kan ook anders.
Het magische ‘Z-woord’
Soms heb je gewoon even simpelweg alle structuren los te laten en het vuur vanuit je tenen omhoog te laten komen. Zenden met een grote hoofdletter ‘Z’; het magische Zenden. Jouw deelnemers stijl achterover te laten slaan. Dat hun mond bijna open valt, je ze bijna ‘what-the-fuck’ hoort denken. Want wat denk je dat er dan gebeurt met die radertjes in hun hersenen? Die vallen even helemaal stil. Hun bewustzijn staat vólledig open voor wat jij op dat moment te brengen hebt. En juist daarna kunnen die radertjes extra hard aan de slag, ze staan te springen! Moet je dit altijd doen? Nee, doe het met mate en wanneer je het doet, doe het goed. Succes gegarandeerd!
The Structure of Inspiration
Onze wijze? Wij werken aan de hand van onze methodiek die wij ‘The Structure of Inspiration’ noemen. Wij gebruiken graag goede trainingsstructuren als leidraad, zonder hier dogmatisch in te worden en te denken ‘dit is hoe het moet’. Van al deze methodieken hebben wij onze eigen integratie gemaakt. Het 4mat, interactieve werkvormen, bij tijd en wijle flink zenden, afstemmen op de groep, en nog veel meer. We doen het allemaal. En juist dan merk je dat je een nog diepere laag van leren bereikt. Een laag die nog dieper op de hersenen én op het gevoel inwerkt. Die maakt dat mensen een blijvende verandering kunnen doormaken, kippenvel voelen, enthousiast zijn, gebiologeerd raken, en met een dikke smile de deur uitgaan. En, dat ze jaren later nog terugkijken op het turning point wat jouw training in hun leven is geweest.
Geef een reactie